De werkgelegenheid voor arbeiders blijft stabiel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Een nieuw rapport over de werkgelegenheid en werkloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest brengt belangrijke veranderingen en structurele uitdagingen voor de arbeidersbevolking aan het licht. De studie, uitgevoerd door Actiris, biedt inzicht in de transformatie van het arbeidersberoep tegenover de tertiarisering (groei van de dienstensector) van de economie, de impact van de toenemende vervrouwelijking van de sector en de oververtegenwoordiging van arbeiders in de werkloosheidscijfers.
Ondanks de deïndustrialisering blijft het aandeel van de loontrekkende tewerkstelling van arbeiders stabiel
Sinds de jaren 1960 kende Brussel een snelle deïndustrialisatie terwijl de dienstensector een opmars maakte. Toch toont het rapport dat de werkgelegenheid voor arbeiders in Brussel niet verdwenen is. Tussen 2001 en 2021 steeg het aantal arbeidersjobs namelijk van 118.121 naar 123.408. Dit komt neer op een lichte stijging van 4,5%. Deze groei is bescheiden in vergelijking met die van tewerkstelling onder een bediendeovereenkomst. Deze namen in dezelfde periode toe met 12,7%. Het aandeel van de arbeiders in Brussel vertegenwoordigt ongeveer 20% van de totale tewerkstelling in loondienst. Dit staat in contrast met Vlaanderen en Wallonië, waar de tewerkstelling onder een arbeidersstatuut gedaald is.
Sectoren in verandering: tertiarisering van het arbeidersberoep
Brusselse arbeiders werken nu vaker in tertiaire sectoren. Zo is 33% van de arbeiders tewerkgesteld in de administratieve en ondersteunende diensten, gevolgd door horeca met 16% en transport en opslag met 11%.
Bij de administratieve en ondersteunende diensten is de tewerkstelling van arbeiders de laatste tien jaar met 17,5% toegenomen. Dit komt vooral dankzij jobs in de schoonmaak die 75% van de tewerkstelling in deze sector vertegenwoordigt.
De horecasector is de tweede grootste werkgever van arbeiders in Brussel, goed voor ongeveer 16% van de werkgelegenheid voor arbeiders. Tussen 2011 en 2021 is het aantal arbeiders in deze sector echter met 9,5% gedaald, vooral te verklaren door de COVID crisis. Ook het toegenomen gebruik van studentenjobs en flexijobs heeft deels bijgedragen aan deze daling.
Ook in de transportsector, in het bijzonder het personenvervoer, steeg het aantal arbeidersjobs met 33,5% (vooral dankzij de MIVB en in mindere mate de taxi's). Dat maakt van Brussel een hub voor arbeiderjobs binnen de stedelijke mobiliteit.
Sectoren die traditioneel geassocieerd worden met arbeiderjobs krimpen dan weer, zoals de bouw en de industrie. De bouwsector verloor bijna 30% arbeiderjobs tussen 2011 en 2021.
Toenemende vervrouwelijking en jobonzekerheid
Een van de meest opvallende veranderingen die de studie aan het licht bracht, is de toenemende vervrouwelijking van de tewerkstelling in de arbeiderssector, voornamelijk in de schoonmaaksector. Door de dienstenchequeregeling hebben veel vrouwen hun intrede kunnen doen op de arbeidsmarkt onder een arbeiderscontract. Vandaag zijn ongeveer 75% van de arbeidersjobs in de schoonmaaksector ingevuld door vrouwen.
Deze vervrouwelijking benadrukt de nieuwe sociale dynamiek van het arbeidersberoep, maar onthult ook een vorm van onzekerheid in deze sectoren. Het rapport wijst erop dat deze jobs van mindere kwaliteit zijn en beperkte vooruitzichten hebben qua loopbaanontwikkeling.
Oververtegenwoordiging en moeilijkheden om uit de werkloosheid te geraken
Arbeiders zijn sterk oververtegenwoordigd in de werkloosheid in Brussel. Brusselse arbeiders hebben het ook moeilijker om uit de werkloosheid te geraken, vooral jongeren en laaggeschoolden. Het risico om in de langdurige werkloosheid terecht te komen, is hoger bij arbeiders, vooral degenen zonder diploma van het secundair onderwijs.
Het arbeidersberoep op een nieuwe manier samengesteld
Het rapport belicht de complexiteit van het Brusselse arbeidersberoep: het is niet verdwenen, maar heeft een nieuwe samenstelling gekregen. De arbeiders van vandaag zijn niet langer productiearbeiders, maar dienstverleners, mede door de ontwikkeling van dienstencheques. Tegelijkertijd blijft het arbeidersberoep kampen met structurele problemen. De oververtegenwoordiging van arbeiders in de werkloosheid, de slechte afstemming van hun vaardigheden op de behoeften van de Brusselse arbeidsmarkt en de aanhoudende langdurige werkloosheid vormen grote uitdagingen voor de toekomst.
Om in Brussel een dynamische arbeidersbevolking te behouden, is een beleid voor beroepsopleiding nodig dat werknemers de vaardigheden bijbrengt die ze nodig hebben om zich aan te passen aan de nieuwe behoeften van de arbeidsmarkt. Volgens Actiris zal het even belangrijk zijn om de industriële activiteit in Brussel te behouden, met inbegrip van de vestiging van Audi Brussels, die van vitaal belang is voor het voortbestaan van het arbeidersberoep in de regio. Ook is het essentieel om een sociaal en professioneel integratiebeleid op te zetten om werknemers te helpen uit de langdurige werkloosheid te geraken en hun plaats te vinden in een snel veranderende economie.
Het volledige verslag is hier te lezen.
Dit rapport zal worden gevolgd door een tweede luik dat zich richt op het kwalitatieve aspect. Hierin wordt ingegaan op veranderingen in werkgelegenheid, de spanningen binnen bepaalde functies en de rol van de rol van de verschillende kwalificatiestromen bij het opleiden en (om)scholen van arbeiders.
Nora Ed-Daoui